Een in beton gegoten functiehuis, functieprofielen opstellen en daar dan een sollicitant bij zoeken, is dat nog van deze tijd? Of kan het beter?
Pas je in ons functiehuis?
Na een fusie belandde iedereen in een spiksplinternieuwe organisatie. Vooraf was geïnventariseerd welke taken uitgevoerd moesten worden. De taken werden gekoppeld aan functies en er werden functieprofielen opgesteld. Er werd een functiehuis gemaakt. Bestaande medewerkers mochten hun voorkeursfuncties aangeven en werden ingedeeld. Alle vakjes waren gevuld met poppetjes. Klaar.
Het functiehuis is in beton gegoten
Nouja, klaar. Een deel van de medewerkers was blij, een deel niet. Zij vonden niet dat er een passende plek in de nieuwe organisatie voor hen gevonden was. Sommige ‘poppetjes’ moesten zelfs een functie delen. Er waren ergens zelfs twee teamleiders voor één team. Want ja, er was iemand in die functieschaal over en zo kwam het uit zonder iemand te moeten ontslaan.
Het leidde nog jaren tot gedoe en wrijving tussen mensen. Jaloezie, verwijten, onbegrip.
Bleek een andere verdeling van mensen, taken of functies of rollen beter te werken? Van jobcraften had nog niemand gehoord. Om iets te wijzigen, moesten MT en OR er wat van vinden, dus even snel schuiven met functies en rollen was geen optie.
Niet alleen na fusies zien we zulke vreemde manieren om mensen een plek te geven in een organisatie. Tot een paar jaar geleden kon een organisatie het zich nog veroorloven om mensen in een in beton gegoten verdeling van functies te ‘plekken’.
Stop, het is op
Intussen zien we in steeds meer sectoren tekorten op de arbeidsmarkt. En gaan mensen weg als het ze niet bevalt, als de nieuwe baan niet aansluit bij de verwachting of als de begeleiding niet goed is. Ze vertrekken niet voor een hoger salaris, maar omdat ze in een andere organisatie wél dat werk kunnen doen waar ze goed in zijn en waar ze energie van krijgen. Een ander ‘poppetje’ vulde de leegte vroeger wel weer in. Die tijd is voorbij.
De ‘poppetjes’ zijn op
In de huidige arbeidsmarkt kunnen we het ons niet meer veroorloven om zo met medewerkers om te gaan. Waren het eerder vooral medewerkers die voelden dat de verdeling van functies en taken wrong, nu voelen werkgevers dat. In een lege vijver is het slecht vissen en zul je het dus moeten doen met wat je hebt.
Tijdens het sollicitatieproces moeten werkgevers inschikken. Je wensenlijst opstellen en kiezen wie je een functie laat vervullen, is niet meer van deze tijd.
Poppetjes zijn mensen
Dat medewerkers schaars zijn, betekent dat er noodgewongen meer ruimte komt voor jobcraften en jobcarving, diversiteit en inclusie. Deze ontwikkeling laat ons ervaren dat medewerkers mensen zijn. Mensen met wensen, behoeften, talenten en voorkeuren. Daar moeten werkgevers rekening mee houden, willen ze hun organisatie draaiend houden. Die functionerende organisaties zijn noodzakelijk om de samenleving draaiend te houden. Want als bedrijven en overheden niet of niet tijdig kunnen leveren, hebben we als totale samenleving een probleem.
Voor ‘mensen die anders zijn’ en ‘mensen met een beperking’ komt zo meer ruimte. Ik zet dit met opzet tussen aanhalingstekens. Denk er maar eens over na: ken jij eigenlijk iemand die geen beperking heeft? Een slechte rug, een concentratieprobleem, een flinke allergie? Of die volledig gemiddeld en dus niet ‘anders’ is? Hoe gemiddeld en niet-beperkt ben je eigenlijk zelf?
De kunst is niet zozeer om te kijken naar waar het niet zou passen, wel om te kijken naar wat wél kan en hoe je het samen passend kunt maken. Onbedoeld draagt de krappe arbeidsmarkt er zo aan bij dat we ons steeds meer realiseren dat we het moeten doen met wat we hebben. Dat vraagt aandacht, flexibiliteit, menselijkheid. Nieuwe en bestaande medewerkers beter begeleiden, een gesprek aangaan met potentieel nieuwe medewerkers in plaats van afwijzen op basis van brief en cv, samenwerken met andere bedrijven om interessante loopbaankansen te creëren: we moeten het sámen doen.
It takes a village
In 1996 publiceerde Hillary Clinton het boek ‘It takes a village’, waarin zij stelde dat het grootbrengen van kinderen niet alleen een inspanning van ouders maar van de hele samenleving zou moeten zijn. Ik ben ervan overtuigd dat dit principe in de wereld van werk ook geldt.
In werk zijn we allemaal nodig, we kunnen niemand missen. We verdienen allemaal een plek die bij ons past en die ons recht doet.
Hoe doen we recht aan organisatiedoelen en mensen, in plaats van aan het functiehuis? Laten we daarom met elkaar kijken hoe we zoveel mogelijk mensen met energie aan het werk kunnen krijgen en houden, op plekken die bij hen passen en die bijdragen aan de organisatiedoelen. Misschien kunnen we dan binnenkort over het draaiend houden van de samenleving zeggen: we doen het samen, want ‘It takes a village’.
Meer lezen over werkgeluk?
Netwerk Werkgeluk verbindt en versterkt professionals in werkgeluk. Daarom publiceert het Netwerk regelmatig nieuwe artikelen over actuele ontwikkelingen in werkgeluk, inspiratie, praktijkverhalen en Netwerk Werkgeluk.
Vraag je updates over werkgeluk aan en ontvang direct de inspiratiegids werkgeluk:
Netwerk Werkgeluk verbindt en versterkt professionals in werkgeluk